1. Home
  2. Moestuin
  3. Aardappels kweken in de moestuin en op je balkon!

Aardappels kweken in de moestuin en op je balkon!

Aardappels kweken in de moestuin en op je balkon!
6

Zelf aardappels kweken is leuk en niet moeilijk: het kan zelfs op een balkonnetje! In dit artikel leggen we uit waar je aan moet denken. Omdat het een vrij uitvoerig verhaal is geven we eerst een kort lijstje met de belangrijkste tips & tricks:

Aardappels kweken in vogelvlucht:

  • Aardappels kan je op vrijwel elke grond kweken, zelfs in een grote pot met potgrond op je balkonnetje. Als pootaardappel kan je dan bijvoorbeeld een uitgelopen supermarktpieper gebruiken!
  • Koop schone, gekeurde, liefst ziekte resistente soorten pootaardappelen om ziektes te voorkomen. Koop ze tijdig eind januari of in februari en laat ze een paar weken op een koele lichte plaats voorkiemen om ze beter aan te laten slaan,
  • Werk je aarde diep door om de te vochtige grond te voorkomen en de knollen lekker de ruimte te geven in luchtige grond,
  • Geef voldoende (ruim!) water bij droogte, liefst “onderdoor” om nat blad en zo schimmels te voorkomen,
  • Werk voldoende voeding in de grond. Oude verrotte stalmest is ideaal, koe- of kippenmestkorrels kunnen ook en geef wat extra kalium om de knolvorming te bevorderen.
  • Je oogst de aardappels als het loof begint af te sterven.

Vaste tafelgenoot

De aardappel is een vast onderdeel van ons dieet. In Nederland en België eten we er per jaar ongeveer 80 kilo per persoon van weg! Dat is dan gekookt, gepureerd of gebakken maar ook als als chips of als frieten; 35% van de aardappels eten we als chips of friet. Dat lijkt veel, maar voor de tweede wereldoorlog lag die consumptie veel hoger: wel 130 kilo per persoon! Tegenwoordig eten we meer pasta, rijst of andere granen; vandaar. Van de aardappel eten we alleen de knollen. De rest van de plant is niet eetbaar: alle groene delen van de plant en de bloemen zijn giftig. Groene aardappels moet je om die reden óók niet eten.

Soorten

Aardappels (Solanum tuberosum) zijn grofweg in drie soorten in te delen: vroege, middelvroege en late soorten. De vroege soorten doen er 90-100 dagen over om te groeien, middelvroege soorten 100-120 dagen en de late soorten wel 150 dagen. Door de bank genomen zijn de vroege soorten het kortst houdbaar; je haalt er net het nieuwe jaar mee. Late soorten kan je tot ver in het voorjaar bewaren. Het nadeel van latere soorten is dat ze vaak gevoeliger zijn voor ziektes die later in het seizoen de kop opsteken. Meer hierover verderop onder “Teeltzorgen”. De opbrengst verschilt heel sterk per soort, maar een kilo per pootaardappel is gemiddeld genomen wat je kan oogsten.
Er zijn ongelofelijk veel soorten aardappels in alle maten en verschijningen: witte, gele, rode, gevlekte en zelfs diep paarse. Enorm leuk om mee te experimenteren in je tuin en keuken! De soortkeuze is geheel aan jou en wat je lekker en leuk vindt. Bestel echter je pootgoed wel op tijd, want de leukste soorten zijn meestal heel snel weg! Het is altijd slim om meerdere soorten te poten: mocht een bepaald ras het niet goed doen dan heb je altijd nog het andere.

roseval vitelotte noir anais

Teelt

Veel moestuiniers poten en oogsten elk jaar met succes aardappelen, terecht, want de teelt is eigenlijk heel makkelijk. Maar wist je dat je zelfs op een terras of balkonnetje aardappels kan kweken? Als je dat wil poot je een aardappel (desnoods zo’n uitgelopen exemplaar uit je keukenkastje) in een grote pot van 10 liter of liefst nog groter. Die vul je met tuinaarde of potgrond, aardappel er in, water (blijven) geven en na een paar maanden eet je zelf gekweekte aardappels.

Als je heel avontuurlijk bent kan je al vanaf midden maart aardappels poten: je kan dan ook vroeg oogsten. Dek ze dan wel goed af als er een koude vriesnacht aankomt, want de van oorsprong tropische pieper kan slecht tegen kou. Als je rond het midden van april poot zit je altijd goed. Als je een kas hebt kan je natuurlijk veel eerder poten, zolang de temperatuur in de kas boven het vriespunt blijft gaat het goed. In april/mei kan je dan al je eigen primeuraardappels eten!

Op welke grond kan je aardappels kweken?

Piepers kan je op vrijwel elke grond kweken. Een lekker losse goed vocht doorlatende humeuze bodem is ideaal zoals voor zoveel andere planten. Een pH van 5-6 is goed. Voor vroege soorten is zandgrond iets gunstiger omdat die sneller opwarmt en beter vocht doorlaat, voor latere soorten is klei iets beter. Hele natte grond is echter niet geschikt voor aardappelen: ze kunnen gaan rotten in de grond. Werk de grond goed diep door zodat de planten lekker “de ruimte” hebben; zorg voor een mooie luchtige grond en laat die niet uitdrogen in de zomer.
Teel je aardappels niet in de schaduw onder bomen maar liefst in de volle zon. Het zijn van oorsprong tropische planten en in de zon verlaag je de kans op schimmels zoals de aardappelziekte (Phytophthora infestans) omdat het blad lekker snel opdroogt.

Je teelt aardappels in rijen die je ruim opzet. Aardappelplanten worden enorm groot en hebben al die ruimte echt nodig. De afstanden verschillen per soort. Let dus goed op wat je leverancier adviseert.

Een vuistregel is echter:

  • Vroege aardappelen: 40 cm in de rij, 70 cm afstand tussen de rijen
  • Late aardappelen: 50 cm in de rij, 70-80 cm tussen de rijen.

Je poot je piepers ongeveer 10 centimeter diep in een mooie rechte rij: handig met schoffelen later. Op nattere gronden kan je er voor kiezen de aardappels in verhoogde rijen te poten om zo droger te kweken.
Aanaarden is eigenlijk alleen nodig als er aardappels boven de grond komen te liggen. Je harkt dan grond van tussen de rijen over de aardappels heen; je voorkomt zo dat die aardappels groen en oneetbaar worden. Als het vroeg in het seizoen toch nog heel koud wordt kan je ook het loof van de jonge planten aanaarden: gewoon aarde er tegenaan om ze zo te beschermen.

Voorkiemen

Door de pootaardappelen voor te kiemen slaan ze beter aan. Dat doe je door ze op een koele lichte plek (maar niet in het volle zonlicht) te leggen. Leg ze iets uit elkaar om te voorkomen dat de kiemen elkaar verwarren. Vanaf half februari kan je beginnen met voorkiemen. Oude eierdoosjes zijn hier trouwens ideaal voor!

Bemesting

Aardappels houden wel van een hapje. Verteerde stalmest, kippenmestkorrels, koemestkorrels; het werkt allemaal. Vermijd liever kunstmest. Let er wel op dat je extra kalium geeft om de knolvorming te stimuleren. Kalium kan je kopen als patentkali, maar je kan ook schone houtas uit je kachel of open haard gebruiken.

Aardappels oogsten en bewaren

De aardappels kunnen geoogst worden als het loof dor en geel begint te worden. Wanneer is afhankelijk van de pootdatum en de soort. Vroege soorten oogst je in juni, middelvroege soorten in augustus, september of oktober en de late soorten in oktober en november. Kies een mooie droge zonnige dag uit en oogst in de ochtend. Je laat ze een paar uur liggen op om te drogen en de schil iets harder te maken: dat komt het bewaren ten goede. De groene gooi je weg. Als je wil kan je ze eerst nog wassen in een grote emmer met water.
Wip ze uit de grond met een spitvork of een speciale aardappelgreep, de laatste heeft tanden met een bolletje er op zodat je theoretisch niet in de aardappels kan prikken. Bewaar ze op een droge, koele en donkere plek in kistjes of jute zakken.

aardappels oogsten
aardappels oogsten

Teeltzorgen

Biologisch te telen soorten zijn in principe een veilige keuze daar ze vaak resistent(er) zijn voor ziektes. Koop pootmateriaal met een NAK tuinbouwkeur zodat je zeker bent van schone pootaardappels zonder ziektes. Gecontroleerde kwaliteit noemen kwekers dat. Let heel goed op dat je je strikt aan een vruchtwisselschema houdt: aardappels teel je 1 x in de 4/5 jaar op dezelfde grond; dit is zelfs een wettelijke verplichting. Hiermee voorkom je problemen met aaltjes, aardappelmoeheid heet dat. Als je die ziekte in je grond hebt kom je er nog maar heel moeilijk vanaf. Houd ook rekening met andere leden uit de nachtschadefamilie zoals paprika, tomaat, pepers of aubergine dat die niet op die grond hebben gestaan in de 4 jaar ervoor, Met een strikt wisselschema voorkom je dus dat bepaalde ziektes zich vestigen en ophopen in je grond. De lijst met ziektes en plagen die aardappels kunnen oplopen is beangstigend groot en gaan we hier niet opsommen.

De belangrijkste zijn:

  • Aardappelziekte (Phytophthora infestans) is een schimmel. Teel met droog blad. Niet in de schaduw en geef bij voorkeur “onder het blad door” water. Poot resistente soorten. Gooi het loof van de geoogste aardappels nadrukkelijk niet op je composthoop. Drogen en verbranden of in de groene kliko zijn goede oplossingen,
  • Aardappelmoeheid (aaltjes) voorkom je door een strikte vruchtwisseling aan te houden,
  • Insecten zoals luizen en coloradokevers bestrijd je door vogelhuisjes op te hangen of eventueel met de gekende (biologische) middelen te spuiten,
  • Waterrot voorkom je door op een goed doorlatende grond te kweken,
  • Holheid zie je vooral bij snelgroeiende rassen als Agria en Fontaine en komt eens in de zoveel jaar algemeen voor; meestal na een droge lente en een natte zomer. Je voorkomt het door regelmatig water te geven bij droogte en door goede voeding te geven. Gebruik patentkali en géén kaliumzout want dat bevat te veel chloor. Kijk ook uit met verse kippenmest: het bevat (te) veel stikstof; om de laatste reden gebruik je ook liever geen kunstmest.

Laat je echter niet afschrikken! Als je een paar eenvoudige maatregelen neemt is de teelt van aardappels over het algemeen probleemloos.

phytophthorablad
phytophthora-infectie
Coloradokever
Coloradokever

Pootaardappels bestellen:

Zaadhandel Van der Wal
Vreeken

Meer informatie:

Over aardappelmoeheid (Aaltjes)
Over de Aardappelziekte (Phytoftora)
Over de geschiedenis van de aardappelteelt
Over het gebruik van houtas in de moestuin